
Iedereen verdient een thuis
Een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het diepe besef dat je erbij hoort.Toch zijn er in de Westelijke Mijnstreek een groot aantal mensen die geen thuis hebben. Ze missen wat nodig is voor een menswaardig bestaan. Dat laten we natuurlijk niet gebeuren in een samenleving waarin we omzien naar elkaar. Daarom hebben we, op initiatief van het Kansfonds, meegedaan aan de ETHOS-telling in de Westelijke Mijnsteek. Met gemeentes, maatschappelijke organisaties en vrijwel alle organisaties die zicht hebben op Een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het diepe besef dat je erbij hoort. dak- en thuisloze mensen hebben we 454 thuisloze mensen in de Westelijke Mijnstreek geteld.Het volledige zicht op de totale groep dak- en thuisloze mensen ontbreekt. Om dit te veranderen zijn Hogeschool Utrecht en Kansfonds gestart met een nieuwe telling. In 2024 deden 55 gemeentes in 6 regio’s verspreid over Nederland mee aan de tweede telronde. Zo werken we toe naar heldere en betrouwbare cijfers voor heel Nederland. En dat is hard nodig om beleid te kunnen maken gericht op het voorkomen en uitbannen van dakloosheid.Daarnaast is de groep dak- en thuisloze mensen veranderd. Het beeld van de ‘zwerver op een bankje’ klopt niet meer met de werkelijkheid. Er is veel verborgen thuisloosheid. Denk aan gescheiden ouders op een vakantiepark, jongeren die bij een vriend of vriendin op de bank slapen, mensen die in een camper wonen. De stap naar thuisloosheid is soms klein. Het kan iedereen overkomen.Wij doen er, in samenwerking met onze maatschappelijke partners alles aan om zoveel mogelijk mensen een thuis te bieden. Samen met gemeentes en andere maatschappelijke partners werken we aan een actieplan dak- en thuisloosheid.Rachelle: “Ik ben opgegroeid in onveilige situaties en op onveilige plekken, met verslavingsproblemen om me heen. Het was confronterend om bijvoorbeeld op school te zien dat er mensen waren die wél een normaal dagelijks leven hadden. Die gewoon leuke dingen deden buiten schooltijd. Ik ontwikkelde een schild naar die mensen, waardoor ik altijd heel bot was, of heel druk, maar in ieder geval niet mezelf. Toen ik rechten ging studeren, deden sommige casussen me denken aan eigen ervaringen, want ik heb als kind best wat rechtszaken meegemaakt. Toch vond ik die studie echt heel leuk. Zaken uitzoeken, beargumenteren, en uiteindelijk mensen helpen, door ze goede juridische adviezen te geven. Door omstandigheden heb ik ervoor moeten kiezen te stoppen met die studie. Na wat stomme baantjes in de distributie en bij een slagerij kwam in de sales terecht, en ontdekte ik: práten, dat is echt iets voor mij. In mijn dagelijks leven haal ik ook vaak mensen over met mijn stomme ideeën, dus waarom daar niet mijn werk van maken? Dat werk was in Brabant, en ik woonde nog bij mijn moeder, dus ik ging elke dag op neer naar mijn werk.Maar omdat mijn privéomstandigheden verre van stabiel bleven, moest ik stoppen, en toen ging het snel achteruit. Ik raakte heel depressief, woog al snel 150 kilo, mijn moeder raakte haar woning kwijt, en ik raakte in de schulden. Terwijl ik iemand ben die altijd heeft gewerkt, al sinds mijn veertiende.Er is geen jaar in haar leven geweest dat mijn moeder gelukkig was. Ik neem haar persoonlijk niets kwalijk. Ja, bepaalde keuzes die ze heeft gemaakt, maar ze heeft altijd oprecht geprobeerd zichzelf te verbeteren. Ik heb tijdens mijn leven bij mensen op de bank geslapen – dan weer drie dagen hier, dan weer vier nachten daar. Ik heb vier maanden bij een vriendin gewoond, ik heb in instellingen gewoond, ben van pleeggezin naar pleeggezin gegaan, weer terug naar mijn moeder, heb samen met mijn moeder bij mijn oma gewoond, in de crisisopvang gezeten, in een begeleid wonen-project gewoond, in een 24 uurs-voorziening gezeten. Het was alles bij elkaar uitputtend. Ook dat overnachten bij vrienden. Als je altijd in de omgeving van iemand anders zit, loop je altijd op je tenen. Altijd die vraag: wat doe je met eten? En je wéét gewoon dat die mensen rekening met je houden, en op een dag ook weer gewoon hun éigen ding willen doen. Als je geen vast postadres hebt, raak je ook het overzicht kwijt over wat je moet betalen. En ik ben een meisje, hè? Ik heb make-up bij me, ik wil keuze hebben uit schoenen. Dus daar liep ik weer, met twee tassen naar het volgende adres. Die ik dan ook moest meenemen naar mijn werk, samen met mijn werktas en mijn laptoptas. Mijn collega’s wisten wel van mijn situatie, ik ben daar altijd open en eerlijk over geweest. Er zijn zoveel mensen die geen dak boven hun hoofd hebben van wie je het helemaal niet verwacht. Als je er zelf open over vertelt, voelen ze zich misschien ook vrijer daar over te praten, vrijer dan bij iemand die de hele tijd vertelt hoe perfect zijn leven is.Het moment waarop mijn moeder het huis kwijtraakte werden we dakloos en werd het gezin uit elkaar gerukt. Het voelde als het einde van de wereld, maar ook als een nieuw begin. Ik had zoveel meegemaakt in dat huis, in dat huis ben ik getraumatiseerd geraakt.Uiteindelijk heeft het er wel toe geleid dat ik nu een eigen plek heb. Als er één ding is waar ik al die jaren naar heb verlangd, is het veiligheid. Dat heb ik nooit ervaren. Een plek waarvan ik denk: als ik hier ben, voel ik me veilig, en hoef ik niet continu over mijn schouders te kijken. Een plek die ik kan inrichten zoals ik zelf wil, kan verven in de kleuren die ík wil.Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat een woning zóveel invloed kon hebben op je mindset, en op je geluk. Hoe belangrijk een basis is. En die heb ik nooit gehad. Niet toen ik één was, niet toen ik tien was, niet toen ik twintig was. De basis van een plek waar je je veilig kan voelen, waar je jezelf kan zijn, waar je je eigen gevoel kunt uiten; dat is een woning. Dus toen ik de sleutel van deze woning kreeg, dacht ik: oké, vanaf nu kan alles beter worden. Het is alsof ik de verandering al voelde toen ik de sleutel in mijn hand kreeg, en hier de eerste keer de deur opende. Al had ik nog niet eens meubels, het voelde zó fijn. En dat mijn kat hier nu ook woont, dat we weer samen zijn, dat hij tegen mijn been aan wrijft als ik sta te koken, dat heb ik zó gemist, en dat maakt me echt gelukkig.”
Lees verder